Bloesemtijd! En dan denken we meteen aan Sint-Truiden en Borgloon en alles daarrond. Kilometerslange fruitboomgaarden vol witte bloemetjes op ooghoogte en op de verkavelingswegen hele slierten fietsers die het spektakel komen bekijken.
Na Rijkel en Hoepertingen de voorbije jaren, twee deelgemeentes van Borgloon, gaan we dit jaar naar een stukje Sint-Truiden ‘op den buiten’. Helemaal ten Westen richting Zoutleeuw zijn we zo in Wilderen, een laatste stukje Haspengouw naast het Hageland. Wilderen is ondertussen méér bekend voor zijn artisanale brouwerij dan voor de bloesems, maar toch is dit het Haspengouw dat je gezien moet hebben. Waarschijnlijk heeft de naam van de gemeente ook onze keuze bepaald. Wie met SamanaWIL wandelt, moet ook eens in WILderen geweest zijn.
Méér dan 130 jaar geleden hadden ze in Wilderen een station. Dat was een halte op een voormalige spoorweg tussen Tienen en Tongeren. De rails zijn verdwenen en alleen het stationsgebouw is overgebleven. Tegenwoordig is dat Gasthof-Brasserie De Statie en wordt dit het vertrekpunt van onze wandeltocht. Er is parkeerplaats aan de rechterkant en achter het gebouw. Links staat er nog een treinwagon en is er een goed-weer-terrasje. De gemakkelijkste manier om het te vinden als je niet van de streek bent, is de weg van Sint-Truiden naar Tienen te volgen tot precies aan het bord ‘Provincie Vlaams-Brabant’ en daar rechtsaf te slaan. Dan zit je meteen in de juiste straat, de Wilderenlaan.
Daar begint een fiets- en wandelpad dat al na een kleine kilometer de grens van Vlaams-Brabant en Limburg oversteekt. De St.Odulphuskerk is al van ver te zien en dat is eigenlijk Halle-Booienhoven wat we voor één keer oogluikend en goedbedoeld bij Limburg zullen rekenen. De boomgaarden en akkers wisselen mekaar af.
Een ommetje aan de kerk voorbij en langs de nabijgelegen Sint-Odulphuskapel brengt ons via een paar boerderijen op een rijweg waar we eventjes het fietspad zullen gebruiken over ongeveer 350 meter. Dan verdwijnen we weer tussen akkers en weiden over een zeer verweerde veldweg met putten en bij regenweer plassen waar we ons zigzaggend een weg doorheen banen.
Je zou gaan denken dat er sinds de tijd van de Romeinen niks meer aan gedaan is, maar je kan hier en daar nog zien dat er ooit asfalt gelegen heeft. Zware landbouwvoertuigen en regen hebben meer erosie toegebracht dan de bezettingslegers van de laatste tweeduizend jaar.
Via de Kasteeldreef keren we terug naar ons beginpunt. De andere richting had je recht naar het Kasteel van Duras geleid, maar dat is voor deze wandeling net iets ver. Wat je wel gaat ontwaren aan de horizon is één groot gebouwencomplex met de naam Staaien.
Als je van ten Noorden de autoweg E313 komt en geen idee hebt wat dat betekent, moet je komen meewandelen.
We zeggen het je als je daar bent. Hiermee zitten er zo al 6 kilometer in de benen of de rolwagenwielen; dus tijd om halt te houden voor een verfrissing in de Statie van Wilderen. Proost.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten