19 mei 2024

Hoe was't tussen de bomen van Hechtel-Eksel?


Hoe het was in Eksel? Het was anders dan we ons voorgesteld hadden, ondanks dat we het parkoers meenden te kennen.  Om te beginnen, het weer! Er waren donkere wolken voorspeld. Tot zo ver was de voorspelling juist. De zon kwam er niet aan te pas. Maar er was ook een pak regen voorspeld op niet te voorziene ogenblikken. Dat was al veel minder waar. Alleen maar enkele minuscule spatjes hebben we te verduren gekregen; niet genoeg om echt nat te worden. Aan de startplaats, het recreatiegebied De Lage Kempen, kon het alle kanten op met de nattigheid. Bij het wachten op het startschot om 14u00 hielden de voorzichtigen hun regenschermen open, de anderen knoopten enkel hun regenjas dicht, en de optimisten stonden erbij in korte mouwen. Op het vertrekuur waren er 16 deelnemers opgedaagd, wat gezien het kwakkelweer een succes kon genoemd worden.
Maar die deelnemers waren verrassend genoeg niet de Noord-Limburgers, die we hier verwacht hadden. Zij moeten gedacht hebben: ‘We zullen wel eens door de bomen lopen als de zon schijnt.’ Minstens de helft van ons pelotonnetje kwam uit Hasselt of méér zuidelijker. 

 


En nog iets wat we opmerkelijk vonden: Niemand van de kandidaat-wandelaars, behalve de organisators zelf, was al ooit ‘door de bomen’ gewandeld of gefietst. De sterk gepromote constructie heeft blijkbaar al wel naam gemaakt, maar nog lang niet iedereen die het kent, is er effectief geweest. Dit groepje kan voortaan deze toeristische trekpleister van zijn bucket list schrappen want iedereen heeft het moeiteloos gehaald. 

 


Nog méér merkwaardigs, toch in vergelijking met zonnige dagen: We hebben welgeteld één fietser onderweg en één mountainbiker ‘door de bomen’ gekruist. Dat aantal loopt in “gewone” dagen meestal op tot enkele honderden. 

 

De Haspengouwers waartoe ikzelf behoor, blijven zich verbazen over de oppervlakte die het bos bestrijkt in een land dat heet volgebouwd te zijn. In dit gebied dat toepasselijk Bosland heet, lag het volledige parkoers van vijf kilometer en driehonderdtachtig meter te midden van de bomen.  Niet te verwonderen dat dit door de rest van Vlaanderen als Nationaal Park beschouwd wordt. De zuiderlingen onder de Limburgers zijn wel eindeloze fruitboomgaarden gewoon, maar een bos van loofbomen van meer dan zeshonderd meter lang waar je niet doorheen kunt kijken, is voor ons al een oerwoud. 



Anderhalf uur lang was felgroen de enige kleur die op ons netvlies terechtkwam, op enkele mooie rijen vingerhoedskruid na. Dat we die naam kunnen vermelden hebben we te danken aan een paar gewiekste vrouwelijke natuurkenners, die ons nog verdere details over de plant konden vertellen. Op een wandeling van SamanaWIL leren we een beetje van alles bij waar we anders achteloos aan voorbij zouden lopen. We zijn terug op schooluitstap.

 


De ‘klim’ door de boomtoppen verliep vlekkeloos. Niemand twijfelde onderaan om eraan te beginnen.  Het stijgingspercentage van 4 % werd al pratend en al lachend verwerkt. Sommigen keken verbaasd op hoe snel we op het hoogste punt waren en heel kort daarna weer beneden. 

Op de terugweg naar De Lage Kempen gingen even de regenschermen open voor een mals buitje. 




De ‘nabespreking’ in de chalet was gemoedelijk en liep uit. Door de lange terugweg die ik voor de boeg had, vertrok ik als eerste. De meeste anderen waren niet gehaast en bestelden nog een hapje en een drankje. Met de afscheidsgroet: “Tot volgende maand in Koersel. Op 12 juni!” werd deze wandeling afgesloten en de nabije toekomst ingeluid. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Hoe was't in Waterschei?

Enkele dagen eerder dan gewoonlijk heeft SamanaWIL een verslag klaar over hoe het geweest is in Waterschei op woensdag 13 november.   Het ...