14 augustus 2022

Hoe was 't op de Molenwandeling in Overpelt?

Water en wind, hemel en aarde waren de thema’s van de SamanaWIL-Molenwandeling vorige woensdag in de natuur van Overpelt.


 
De start was bij de Wedelse Molen aan de Breugelweg, een watermolen, waar druppelsgewijs de deelnemers verzamelden. Eerst een paar, dan nog een paar, … en nog één … en nog één… tot we uiteindelijk met elf waren. Om iets over twee zag het ernaar uit dat we compleet waren voor vandaag en dat we op pad konden gaan. En al snel bleek dat dat het juiste woord was: op ‘pad’, want de stofferige strook vol boomstronken was eens ‘iets anders’ dan wat we tot hiertoe in de vorige wandelingen gewoon waren. Zouden de deelnemers op wielen hier wel doorheen geraken? Wandelorganisator Valère had duidelijk meteen van in de start voor een spannend moment gezorgd. Benieuwd hoe dat zou aflopen!



Bovendien scheen er een onverbiddelijke zon die de aarde verschroeide met een temperatuur van vlot boven de 30­°C. Na de eerste vierhonderd meter die iedereen moedig “overwonnen” had, konden we met een zucht van opluchting terug even op adem komen. Er was schaduw in zicht met gelukkig wat afkoeling onder de bladeren en een zitbankje om een paar minuten uit te rusten en voor wie in dat eerste stuk helemaal voor zijn leven gevreesd had, een kapelletje voor Moeder Maria.



Valère probeerde ons ervan te overtuigen dat het moeilijkste achter de rug was. We geloofden het pas toen we een schitterend fietspad onder een dicht bladerdek bereikten. 

Dit pad langs het reusachtige complex van Dienstencentrum St. Oda leek niet te eindigen en dat was een aangename verrassing. Voor sommigen had het daar nog langer mogen duren.



Plotseling stonden we voor het Molenmuseum waar het lekker koel was binnenin. Plaatselijke gids Lucas wist ons van alles te vertellen over verschillende soorten molens en soorten graan of lijnolie en aansluitend begaven we ons naar een windmolen, de Sevensmolen, in het open veld erachter. Wie de steile trap op kon en durfde mocht even naar binnen loeren.

 

      
          Molenmuseum

     
         Sevensmolen

 

Aan de Sevensmolen waren we over halfweg en gingen we langs een bospaadje in de andere richting. Het meertje met de gevlochten constructie van kunstenaar Will Deckers lag te midden van de purperen hei. Limburgers worden hier helemaal lyrisch van en moeten dan even bezinnen op een bankje in de schaduw. 


    

    

Het laatste traject van daar tot weer aan de Wedelse Molen herinnerde ons eraan dat dit het Bosland heet. Voor Maaslanders en Haspengouwers, die vijftien bomen bij elkaar al een bos vinden, is dit een jungle-ervaring op zich. Ongelofelijk hoeveel bomen er zijn in Limburg en dat is dan de appel-, peren- en kersenbomen van het Zuiden niet meegerekend.



 

Maar één ding hebben ze daar in Noord-Limburg toch ook zoals elders in de provincie: Er is altijd wel een brasserie of een zomerbar of een gewoon cafeetje op het einde van de tocht.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Hoe was 't in Koersel?

Je moet soms een beetje geluk hebben. Alleen maar je best doen is niet altijd genoeg. Vraag dat maar aan Romelu Lukaku .   Wel, vorige woens...